Bij ons
vorige huis hadden we een vijver in de voortuin, simpelweg omdat er in de
achtertuin geen plek was. Ik kan me nu bijna niet meer voorstellen dat ik tien
jaar lang mijn tuinaspiraties heb kunnen vervullen in een tuintje van tien bij
vijf meter. Mijn huidige terras is al groter dan dat!
Goed,
de voortuin dus, daar hadden we een vijver gemaakt. De vissen die we erin
hadden gedaan (goudvissen en goudwindes) lieten zich niet zien, ook niet als ik
ze eten gaf.
(Wie m'n oude adres opzoekt in Google Streetview ziet mij trouwens in de voortuin bezig, haha!)
De waterlelie die we erin hadden geplant kwam nooit verder
dan een heleboel blad en heeft nooit gebloeid. Kroos zat er volop; de eenden
uit de vijver in de buurt vonden onze kleine vijver erg aantrekkelijk en
brachten poten vol kroos met zich mee.
Hier was de vijver pas aangelegd en nog heel erg kaal. |
Al met
al was die eerste vijver niet zo’n daverend succes, al vond ik het wel gezellig
staan als ik vanuit de keuken, tijdens het koken, laat in de middag de zon op
het water zag schijnen.
Maar we hadden wel kikkerdril |
In onze
huidige tuin zit ook een vijver. Niet precies op de plek waar ik gekozen zou
hebben, meteen naast het terras, maar nu we er een bescheiden fonteintje in hebben
dat het water laat bubbelen en borrelen, wat klinkt alsof er een klein beekje door
de tuin stroomt, vind ik het geen probleem meer.
Ook de
vissen (die er al in zaten, koi en goudvissen, zelf hebben we er nog een
vijftal goudwindes bij gezet) zijn veel leuker. Ze kennen inmiddels mijn hand
als “de hand waar eten uit valt” en verzamelen zich met kussende mondjes in de
opening tussen de waterleliebladen zodra ze me zien aankomen.
Een vis tussen de waterleliebladen |
Ja,
waterleliebladen, want vanzelfsprekend hebben we hier toch ook weer geprobeerd
of een waterlelie wilde lukken.
Dat had
nogal wat voeten in de aarde, want deze vijver was nou niet bepaald
aantrekkelijk te noemen toen we hier kwamen wonen. Kijk en oordeel zelf:
Rechts vooraan de vijver. Met een door de vorige bewoner op maat gemaakt hekwerk eroverheen, en een woud van rietstengels waardoor nauwelijks de halve vijver zichtbaar was. |
Mijn
man (de vijver is zijn project, mannen vinden dit blijkbaar leuk, mijn vader is
in zijn tuin ook altijd zo druk met zijn vijver) heeft eerst dat woud aan riet
weggehaald. Er kwam een vijver te voorschijn die twee keer zo groot bleek. We
kochten waterplanten en planten voor in de rand, en een waterlelie, want we
ontdekten dat deze vijver een stuk dieper was dan onze oude.
Leeg en twee keer zo groot |
En
jawel, het lukte. Deze keer gaf de waterlelie wel bloemen. En wat zeg ik, niet
één bloem tegelijk, maar soms wel vijf of meer! Ik vind ’t prachtig, en wat ik
ook zo leuk vind aan waterlelies is hun bescheiden manier van bloeien. Ze
beginnen opgevouwen in een knop onder water en worden groter terwijl ze naar
het wateroppervlak groeien. Tegen de tijd dat ze boven water uitsteken, gaan ze
open. Elke avond als de zon begint te zakken sluiten ze zich, maar de volgende
morgen staan ze al open wanneer ik buiten kom. Na een paar dagen sluiten ze hun
blaadjes voorgoed en laten zich stilletjes weer onder water zakken.
En als er een weg is, komt er meteen weer een nieuwe. Sinds de bloei dit voorjaar begon, hebben we bijna nog geen dag zonder gezeten.
Waterlelie |
Twee waterlelies |
Waterlelie met twee knoppen |
Alle drie open |
Spartelende vis |
Vijf waterlelies en drie knoppen! |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten