Net als vorig jaar had ik me aan het begin van dit jaar voorgenomen 50 boeken te lezen, en dat is me op het nippertje gelukt. We zijn in het voorjaar een paar maanden bezig geweest met de nieuwe keuken, dus echt veel gelegenheid om rustig te gaan zitten lezen had ik in die periode niet, maar doordat ik mezelf aan het eind van het jaar toe heb gezet om nog mijn achterstand zo goed mogelijk in te halen (nog even snel Oorlog en Vrede van Tolstoj lezen), zit ik momenteel op
49 boeken; 50 als je Anna Karenina meetelt - maar die heb ik op het moment van schrijven nog niet helemaal uit.
Gelukkig zaten er dit jaar ook weer een paar pareltjes tussen. Dus net als in de voorgaande jaren, mijn top 10 van gelezen boeken (dus niet: boeken die in 2016 verschenen zijn, maar boeken die ik in 2016 gelezen heb). Boeken die ik aanraad.
10. Onder de Grond - Courtney Collins
Het boek speelt zich af in Australië, 1921. Hoofdpersoon is de jonge vrouw Jessie Hickman (die echt heeft bestaan), die in de gevangenis zit maar vrij kan komen als ze een vak kiest. Ze komt terecht bij Fitz Henry die paarden africht (en steelt!). Hij mishandelt haar en dwingt haar met hem te trouwen. Ze raakt zwanger en verliest het kind wanneer ze hem vermoordt.
Nu komt het bijzondere: het verhaal wordt verteld door dit kind. De titel, Onder de Grond, is de locatie waar het kind zich bevindt, het is begraven door haar moeder. Zij neemt vanonder de oude grond van het Australisch continent waar wat haar moeder, haar heldin, doet nadat ze weggevlucht is, en vertelt over de vlucht, over hoe ze uit handen kan blijven van de politie, hoe ze hulp krijgt van Jack Brown, de Aboriginalknecht van Fitz Henry.
Het ongewone vertelperspectief, de rauwe Australische wildernis, de volharding van de nog zo jonge, al zo geharde Jessie, maken het een bijzonder boek. Ik kreeg ook de indruk dat de manier waarop het gestorven kind haar moeder van onder de grond volgde, waarnam, iets te maken had met de mythologische Droomtijd van de Aboriginals.
9. Philippe Claudel, Alles waar ik spijt van heb
De ik-persoon gaat terug naar het dorp van zijn jeugd, omdat zijn moeder is overleden. Hij is als jongen van huis weggelopen, en als hij haar terugziet valt hem op hoe jong ze eigenlijk nog was - en dan begint het rouwproces. Het dorp is grotendeels overstroomd wanneer hij arriveert, de rivier is buiten zijn oevers getreden, en simultaan met het het zakken van het water vindt zijn rouwproces plaats. En waar in het dorp modder en wrakhout achterblijft, blijft dat in zijn ziel ook, omdat hij de waarheid over zijn afkomst onder ogen komt, en de pijn die hij zijn moeder heeft gedaan. Een dun boek, bijna een novelle, maar heel intiem en intens.
8. De H is van Havik, Helen Macdonald
Helen schrijft in de ik-vorm, ik weet niet of het een autobiografisch boek is. Haar vader, een natuurliefhebber zoals zijzelf, is onverwacht overleden en zij heeft veel moeite dit te aanvaarden en verwerken. Ze besluit een jonge havik af te richten, deels om iets om handen te hebben, deels als eerbetoon aan haar natuurminnende vader en de herinneringen die zij met hem deelde, maar wellicht ook om een excuus te hebben om zich af te zonderen van de wereld. De havik is nog jong en schrikachtig en ze zit aldoor met hem in een verduisterde huiskamer, om het dier om te beginnen aan háár te laten wennen, er ondertussen fel op wakend het dier niet handtam te maken - ze wil dat haar havik wild blijft, zichzelf, schuw voor mensen. Met veel liefde en kennis van zaken omschrijft Macdonald het proces van het trainen van de wilde, onhandelbare vogel tot aan het moment dat ze haar loslaat - en ook haar verdriet eindelijk kan loslaten. Blijft aan het eind die ene vraag, staat de H wel voor Havik, of staat hij voor Helen? Intens mooi boek, zeker voor natuurliefhebbers.
7. Dagboek van een onsterfelijke, Anne Rice
We kennen allemaal de film Interview with the Vampire met Brad Pitt en Tom Cruise, en dit is het boek waarop die film gebaseerd is. Anne Rice zette als eerste elegante, verleidelijk, bijna menselijke vampieren neer (voordien waren ze vooral bloeddorstig en angstaanjagend, dierlijk bijna en voor geen enkele rede vatbaar, zoals in het boek Bezeten Stad van Stephen King, dat ik dit jaar ook las), en beïnvloedde daarmee het genre voorgoed. Het boek leest heerlijk weg, ik had het in een mum van tijd uit. Al moet ik erbij vermelden dat ik het niet zo goed vond als The Fevre Dream van George Martin, dat ik vorig jaar las (en dit jaar herlas), en dat zich rond dezelfde tijd en in dezelfde omgeving afspeelt - maar dat kan een persoonlijke voorkeur zijn. Verplichte kost voor liefhebbers van het vampiergenre.
6. Een hart zo blank, Javier Marías
Ik
schaam me kapot, maar van dit boek, dat ik met vier sterren (van de vijf) beoordeelde, kan ik me bijna niks meer herinneren. Dat
ligt meer aan mij dan aan het boek, ik las het terwijl we midden in de
verbouwing van de keuken zaten. Waar ik me van de inhoud niet veel meer
herinner, staat de sfeer me nog helder bij. Ik houd van Spaanstalige
schrijvers, er zit een soort mysterie, een bepaald ongrijpbaar gevoel en
een warme traagheid in de manier waarop zij hun verhaal vertellen, en
dat is bij Marías niet anders. Het verhaal gaat over geheimen, over
luisteren, over huwelijken en relaties. Het spijt me, meer kan ik er
niet over vertellen. Maar ik weet wel dat ik het zo opnieuw zou lezen, want ik geef boeken niet snel vier sterren of meer.
5. Sandman vol. 3, Neil Gaiman
Van de in het Nederlands vertaalde Sandman-serie heb ik inmiddels een vijftal boeken in mijn bezit. Ik lees ze zoals je een zware, oude cognac drinkt, op speciale momenten en met kleine beetjes tegelijk. Het is een graphic novel, maar wel eentje waar je eens goed voor moet gaan zitten. De verhalen zijn meestal angstaanjagend, vaak huiveringwekkend, toch ook erg komisch en stuk voor stuk heel sterk. Van Neil Gaiman verwacht ik ook niet minder natuurlijk. Een aanrader, maar wel voor liefhebbers van het genre.
4. Mijn liefste ik wil je vertellen Louisa Young
Wat
een prachtig boek. Vage herinneringen aan The Children's Book van AS
Byatt (ook al zo'n parel) en Birdsong van Sebastian Faulks (misschien
wel het beste boek dat ooit over WW1 geschreven is).
In
dit boek lees je hoe een generatie wordt opgeslokt door een oorlog
zoals de wereld nog nooit had gezien, de Eerste Wereldoorlog. Het contrast tussen front en
thuisfront is enorm maar wordt gedurende de vier jaar op merkwaardige
manier kleiner.
Aanvankelijk viel ik een beetje over de onderkoelde
toon waarop het geschreven is, tot dat ene, verbijsterende, niet te
bevatten - en dus niet in emoties te vatten - moment.
Toen moest ik
bijna huilen, werd ik woedend, moest ik het boek een paar dagen
wegleggen voor ik verder kon lezen, naar het bitterzoete einde.
Mooi
vond ik de sterke vrouwen, elk op hun eigen manier - überhaupt de manier
waarop de personages met de gebeurtenissen omgingen.
Absolute aanrader.
3. Hallucinaties, Oliver Sacks
Dit
is non-fictie, maar Oliver Sacks, de vorig jaar helaas overleden
neuroloog, kan zó ontzettend boeiend schrijven, dat dit boek het tot
deze hoge plek in mijn top 10 heeft gebracht. Aan de hand van vele
tientallen kleurrijke voorbeelden vertelt hij over allerlei soorten
hallucinaties, hoe die ervaren worden, wat voor invloed ze hebben, hoe
ze veroorzaakt worden. Ik heb het in één adem uitgelezen, en moet er nog
met regelmaat aan terugdenken. Misschien wel het meest interessante
boek van Sacks dat ik tot nog toe gelezen heb.
2. Oorlog en Vrede, Lev Tolstoj
Tja,
wat moet ik nu nog over dit boek vertellen. De klassieker onder de
klassiekers. Ik had het al een paar jaar in de kast staan, maar omdat
het nogal dik is (979 pagina's) kon ik me er maar niet toe zetten erin
te beginnen. Totdat ik eind november een boek over Catharina de Grote
las (een boek dat het net niet gered heeft tot deze top-10 overigens) en
ik ineens helemaal in Russische sferen verkeerde, en bovendien de ins
en outs van het adellijke leven uit die tijd (met al die verwarrende
titels en namen) beter snapte.
Ik moet twee dingen opmerken.
Ten
eerste dat dit de meest "oorspronkelijke" versie is van het verhaal.
Bepaalde geliefde personages gaan hierin niet dood, de laat-19e-eeuwse
censuur is nog niet toegepast.
Ten
tweede dat ik het verhaal helemaal niet kende, en ook nooit een
televisiebewerking heb gezien. De enige bagage waarmee ik aan dit boek
begon, was het idee dat het een zwaar en complex verhaal was.
Daarin
werd ik dus aangenaam verrast. Want hoewel hier en daar de politieke
verwikkelingen iets te uitgebreid (lees: saai-achtig) worden omschreven,
en de mening van de auteur er hier en daar wel heel duidelijk doorheen
schemert, kenmerkt het verhaal zich juist door lichtheid. Het heeft een
optimistische toon, het is zelden langdradig, de personages hebben stuk
voor stuk diepgang en ik had het sneller uit dan ik verwacht had. Het leest heerlijk weg en ik heb geen
moment het gevoel gehad dat ik een extreem dik of oud (150 jaar!)
verhaal zat te lezen. (Dit is overigens ook te danken aan de
voortreffelijke vertaling van Peter Zeeman en Dieuwke Papma.)
1. Kafka aan het strand Haruki Murakami
Kafka
aan het strand is het meest wonderbaarlijke, betoverende, prachtige,
surrealistische en (van tijd tot tijd) onbegrijpelijke boek dat ik in
2016 gelezen heb. Het gaat over de vijftienjarige jongen Kafka Tamura,
die van huis wegloopt en een betrekking vindt bij de Komurabibliotheek
waar een androgyne jongeman (Oshima) en een mooie lieve mevrouw (mevrouw
Saeki) werken, en over een oude man, Nakata, die met poezen kan praten,
en er op die manier zijn werk van heeft gemaakt weggelopen katten terug
te vinden.
Hoe deze twee verhaallijnen uiteindelijk samenkomen,
is een reis door het uiterste van de verbeeldingskracht. De man die met
katten kan praten is nog het minst onwerkelijke fenomeen, als je leest
dat Kafka op een zeker moment ergens komt waar de tijd heeft
stilgestaan, als er een brute moord wordt gepleegd, een spook
verschijnt, iemand ontwaakt met bloed op zijn kleding, kinderen zonder aanleiding bewusteloos neervallen en er dringend naar
een sluitsteen gezocht moet worden om een gat in de tijd te dichten. De sfeer van het boek deed denken
aan films van Miyazaki (Spirited Away), en ik denk dat ik dit boek
beslist nog een keer (of twee, drie) zal moeten lezen voor het werkelijk
allemaal tot me doordringt. Heel bijzonder.