dinsdag 27 juni 2017

Beestjes

Na een belabberd voorjaar qua insecten komen er nu gelukkig steeds meer beestjes in de tuin. Helaas bevonden zich daaronder ook leliehaantjes en rozenkevers.

Ik heb een speciale hekel aan rozenkevers, omdat mijn rozen mij zo lief zijn, en zij dit ermee doen.

Ja joh, vreet maar dwars door mijn roos heen. En dan klem komen te zitten met je brede taille. 

Zinloos geweld: knoppen afknagen.
En dit doen de leliehaantjes. De beestjes zelf had ik al verwijderd voordat ik de foto maakte. Ze zijn felrood en 1 cm lang, niet te missen en vrij eenvoudig te vangen.

Gelukkig kwamen met de warmte ook de vlinders, bijen, hommels en zweefvliegen.

Kleine Vos op Nepeta

Drukte van bijen en hommels bij het Slangenkruid

Weet nooit of dit nou Veronica of Veronicastrum is. In elk geval zijn de hommels er gek op.
 
Blauwtje op de Valeriaan (vraag me niet welk blauwtje, er zijn tig soorten)

Kevertjes op de Astrantia. Ik geloof niet dat deze veel kwaad doen.

Grote zweefvlieg op een margriet
En een grote zweefvlieg op een kleine papaver
En dit had ik nog nooit gezien. Ik dacht dat er een of andere rups aan het werk was geweest, maar het bleek een grote bruine spin. Later ontdekte ik iets dergelijks op een andere plek in de tuin. Nest en spin had ik nog nooit eerder gezien. Het is waarschijnlijk de kraamwebspin.

En vogeltjes! De nestkastjes aan onze pergola werden al in maart geïnspecteerd door de heer Pimpelmees. Een tijd later zag ik hem af en aan vliegen met voedsel, maar jongen zag ik maar niet uitvliegen. Wat informatie inwinnen over het gedrag van pimpelmezen leerde me dat het mannetje het vrouwtje voedt terwijl zij op de eieren zit.

Zo ging dat de hele dag door.

Een hele tijd later dacht ik dat de jongen toch inmiddels wel zouden uitvliegen. 18 dagen broeden, 18 dagen voeden, laten we dat afronden naar boven, drie weken elk, maar inmiddels waren die zes weken ook voorbij en waren er nog steeds geen jonkies te zien.
Blijkt dat mevrouw Pimpelmees pas begint te broeden na het tiende ei. Nog tien dagen erbij optellen dus voor we de jonkies konden zien uitvliegen.

Daar is weer een ouder met een bekje voer.


Maar ze waren wel te horen! Heel schattig hoorden wij hun elke dag luider wordende gepiep en gemurmel wanneer wij onder de pergola zaten. En het gefladder, het trainen van de vleugeltjes, klonk ook elke dag vaker en krachtiger.

Op een zonnige dag was het dan eindelijk zo ver: het eerste jong vloog uit!

En daar bleef het bij.
Een beetje verdwaasd nog door die grote lichte buitenwereld

En niet precies weten waar hij nou heen moest

We hoorden nog een, misschien twee jongen piepen in het huisje, en wachtten gespannen af. Poezen in huis gehouden, een kartonnen ring om de paal van de pergola gemaakt zodat buurtkatten niet omhoog konden klimmen naar het huisje.

Een dag later zagen we een tweede jong uitvliegen. En toen ging het plotseling snel. Want er kwam er nog een. En nog een. En nog een. En nóg een. Zes, zeven jongen achter elkaar. Eén ouder zat in de appelboom te roepen, de andere ouder had de reeds uitgevlogen jongen onder zijn hoede genomen. Een prachtig gezicht.

Hoogte inschatten

Goed naar rechts kijken

Piep, mama roepen

Goed naar links kijken

Nog een keer hoogte inschatten

Kijken of er niks aan komt

Waar moet ik heen

Wat is dat daar

Pootjes op de rand van de vliegopening

Eén vleugel eruit gewurmd

En daar ging hij!
Eén jong vond het vliegen maar moeilijk en kwam in de lavendel terecht. Daar kwam mijn dochter te hulp. Klein vogeltje in de appelboom gezet waar ze herenigd werd met moeder.

Het geredde kuiken

Bijna onzichtbaar in de appelboom dus ik heb er even een cirkel omheen gezet.
Het gezin, nu compleet, vloog gezamenlijk naar de volgende boom, en de volgende, en de volgende... en toen waren ze de tuin uit. Nog één hebben we er teruggezien, een kleine week later. Plotseling die bekende vogelstem, dat specifieke deuntje. Dat lieve pimpelmees, het ga je goed. Kijk uit voor de poezen.

Andere vogeltjes die ik in en rond de tuin zie:
Mevrouw Vink weet dat wij erg kruimelen tijdens het eten en komt (ook als wij er zitten) altijd even rond de terrastafel zoeken.

Zwartkop man, hij zingt zo mooi melancholiek

Ik moest flink inzoomen maar hier vloog toch werkelijk een ooievaar.

Minder blij was ik met de mol die zich op een dag vertoonde in ons gazon. Ik had eerder die dag een van onze poezen al vol interesse op die plek zien graven, maar dacht die een muis had gevangen. De mol zag er onbeweeglijk en dood uit en leek er al een paar dagen te liggen. Heel voorzichtig prikte ik met een stokje in zijn vacht. Er gebeurde niets. Hij stak half uit de grond en ik durfde hem er niet verder uit te halen, al was ik ervan overtuigd dat hij dood was. Ik hoopte dat de natuur het werkje zelf zou doen, een van onze katten desnoods. Niets bleek minder waar. De mol moet nog geleefd hebben. De volgende dag was er weer een hoop en was de mol verdwenen. Heeft hij zich toch weer de grond in gewerkt. Ben er niet blij mee!

Verlaat mijn tuin, mol.


maandag 19 juni 2017

Omgekeerd tuinieren

De meeste mensen pakken het zo aan: ze hebben een kaal stuk grond en zetten daar planten in. De jaren daarna besteden ze een heleboel tijd aan het schoffelen van de zwarte grond ertussen.

Onze nieuwste border. Ik moet er niet aan denken dat ik hier jarenlang tussen zou moeten schoffelen tot de planten eindelijk groot genoeg zijn.

Ik pak het precies andersom aan. Ik zorg om te beginnen dat er nergens tussen de nieuwe aanplant meer zwarte grond te zien is.

Daarom heb ik er van alles tussen gezaaid, en zo ziet het er een maand later uit.

Dat doe ik door het zaaien en planten van vele weefplanten, zoals Verbena bonariensis, vingerhoedskruid, grasklokjes, akeleien, juffertje in 't groen, slangenkruid, komkommerkruid, papavers, noem maar op.

Door deze fleurige helpers blijft er voor onkruid maar weinig plek over, en dat komt mooi uit, want ik ben een luie tuinier.

De zelfontwerpende tuin die z'n eigen gang gaat. Ik ben nauwelijks nodig. Ik doe alleen wat correctiewerk.
Slangenkruid
Borage/Bernagie/Komkommerkruid

Juffertje in 't groen
Papaver
Dit is de zijtuin, waar nog vaste planten bij moeten staan, maar vooralsnog vind ik het prima wat de tuin hier zelf op bedacht heeft. En geloof me, onkruid wieden in dit stuk kost me misschien een minuut per dag. Er komt niets tussen!
Deze planten staat het ook helemaal vrij zich naar believen voort te planten in mijn tuin. Die vrijheid heeft twee kanten; aan de ene kant kan het zomaar zijn dat je tuin op een dag helemaal vol staat met vingerhoedskruid (of akeleien, of slangenkruid, of grasklokjes)...
 
Zoals in mijn tuin gebeurde in 2015

...maar aan de andere kant biedt dit enorme mogelijkheden. Planten die je teveel hebt en die je niks gekost hebben omdat ze er zelf voor hebben gekozen daar te gaan staan, kun je eruit trekken.


en zeg nou zelf, zulke combinaties bedenk je zelf toch niet snel?
Een paar jaar geleden ben ik begonnen alle blauwe grasklokjes te verwijderen, er staan nu bijna alleen nog witte. Alleen in de blauwe border heb ik blauwe laten staan (zie foto hierboven)
Nou zou je misschien zeggen: is het niet veel handiger om al bij voorbaat te zorgen dat ze er niet komen te staan? En dan zeg ik: nee.
Want een plant die zelf zijn plekje uitkiest, doet dat beter dan wij mensen dat ooit zullen kunnen. Alleen de zaden die op de beste plaatsen ontkiemd zijn, redden het tot volwassen plant.

Vingerhoedskruid dat tot in de bomen groeit
Scharlei van anderhalve meter hoog
De truc is nu ook om niet alle nieuw opgekomen zaailingen te verwijderen, maar alleen degene op de plekken waar je ze niet wilt hebben. Zo haal ik al jaren vingerhoedskruid langs de randen van mijn borders weg, maar laat ik ze achteraan of juist in het midden staan. Dat levert een mooie achtergrond op voor de vaste planten die ervoor staan, en hoogteverschil geeft diepte aan de tuin.

Vingerhoed als achtergrond

Vingerhoed midden in de border voor diepte
Een enkele vingerhoed op de voorgrond om het uitzicht wat spannender te maken

Ook margrietjes en prikneuzen mogen zelf weten waar ze gaan groeien. Waar ik ze niet wil hebben, haal ik de rozetten weg.

Een andere tip die ik iedereen kan geven: wacht met het uittrekken van onkruid en andere ongewenste planten tot ze wat groter zijn. Dat scheelt gepriegel en zwarte nagels, bovendien zijn jong onkruid en jonge gewenste planten soms niet van elkaar te onderscheiden, en iets grotere planten (10-20 cm, in elk geval voordat ze bloeien) kun je er vaak eenvoudiger uittrekken. Dit geldt alleen niet voor distels en brandnetels, die adviseer ik zo snel mogelijk weg te halen - ze zijn dan ook nauwelijks met iets anders te verwarren.