Hier in Duitsland zijn de kavels over het algemeen genomen veel groter dan in Nederland, wat natuurlijk logisch is in een land dat veel minder dicht bevolkt is (237 vs 511 per km²), er is gewoon meer ruimte. Dat betekende dat toen ik hier kwam wonen, ik eindelijk in plaats van mijn 5x9 postzegeltuintje een échte natuurlijke tuin kon gaan maken.
Mijn kleine maar groene tuintje | |
Zoals ik al eerder in mijn blog heb geschreven, was de tuin toen we hier kwamen wonen ongelooflijk saai. Al het gras tot op de millimeter zonder ook maar het kleinste onkruidje, perfect in haakse hoeken gesnoeide conifeerhaag, allemaal planten die 't hele jaar groen zijn (en er dus jaarrond hetzelfde uitzien), en grote vlakken aangeharkte kale grond ertussen, want dat staat zo lekker verzorgd. Dit in combinatie met een veel te groot terras van gezellige grijze stoeptegels.
Netjes hoor, maar zo steriel |
Mijn droomtuin ligt aan het andere uiterste van het spectrum en kun je voornamelijk in Engeland vinden. Informele cottagetuinen met veel verschillende bloemen, veel groen, een beetje wild, een beetje rommelig, met ruimte voor de egels en de vogels en de insekten.
Nou mensen, ik heb het taboewoord nu gezegd. "Rommelig". Want we zijn natuurlijk wel in Duitsland.
Ik krijg soms ongevraagd commentaar van voorbijgangers. De mooiste (of ergste, naar gelang hoe je pet staat): "Jij moet nodig eens wat aan je tuin doen hè. Verderop woont ook een Nederlandse vrouw, die doet OOK nooit wat aan haar tuin." Ik heb maar niet gezegd dat ik gemiddeld twintig uur in de week in m'n tuin steek, want ze zou me toch niet geloven.
Dit is een rommelige tuin |
Nu hebben wij natuurlijk ook buren. Gelukkig maar aan één kant, want we wonen op een hoek. Maar het zijn wel streng-precieze Duitse mensen. Hun tuin is een in mijn ogen nogal saai biljartlaken met een paar piepkleine bordertjes met wat keurig gerangschikte bloemen, en verder staan er een paar bomen die elk jaar tot op exact dezelfde hoogte worden gekortwiekt zodat ze nooit eens het zicht op hun dak wegnemen vanuit onze tuin (ik heb dus maar zelf bomen in die zichtlijnen geplant die wél gewoon de hoogte in mogen groeien).
Ik was dan ook stomverbaasd toen hij op zijn vijftigste verjaardag een cadeau kreeg van een paar goede vrienden met het thema "tuinieren" omdat dat blijkbaar één van zijn grootste hobbies was? Ah, nu begreep ik het. Continu met een nagelschaartje erbovenop zitten om te zorgen dat er geen plant uit de pas loopt is natuurlijk óók een vorm van tuinieren.
Nou ben ik iemand die niet twee keer per week mijn gras kortwiekt. En in mei (No Mow May) al helemaal niet. (Hoewel ik een beetje van dat idee ben teruggekomen toen er vorig jaar een teek op mijn kuit zat). Ik ben ook niet iemand die de planten tot op de centimeter in rijtjes plant, en bij mij mogen toevallige zaailingen en aanwaaiers altijd eerst even laten zien wat ze te bieden hebben voor ik besluit of ze mogen blijven of op de composthoop thuishoren.
Dit vingerhoedskruid vond zelf dat 't hier heel goed bij paste |
Op een dag stond de buurvrouw aan de deur. Of ik die paardebloemen aan de voortuin nog weg ging halen. Nou, dat stond toevallig voor het weekend gepland, dus ze hoefde zich geen zorgen te maken. Maar oh nee, dat was véél te ver weg, kon ik het niet nú doen? Onze buren, zoals verderop zal blijken, hebben nogal de neiging te verwachten dat niet alleen al hun wensen vervuld worden, maar ook dat ze onmiddellijk vervuld worden. "Nou, nee, ik heb nu andere dingen te doen."
Daar werd ze een beetje kwaad van. Wat was er nou belangrijker dan te doen wat zij vroeg? Ik voegde er nog aan toe: "Ik zei toch dat ik het zaterdag ging doen?" Niet dat ik er helemaal niks aan ging doen en ze tot pluizen ging laten verwaaien, want dat wil ik zelf ook niet. Maar nee, dat was niet het goede antwoord. "Vind je het goed als ik het dan maar zelf doe?"
WAT
Ja, inderaad. Zij zat dus in mijn voortuin de paardebloemen eruit te steken. Prima toch! Hoef ik het zelf niet meer te doen. (Maar zijn jullie het met me eens dat dat best een beetje raar is.)
We zijn natuurlijk wel geforceerd beleefd naar elkaar, want je wilt natuurlijk gewoon zo normaal mogelijk samen in een straat kunnen leven.
Op een dag waren zij de heg zat die tussen onze tuinen in staat. Het was mijn uitzicht vanuit mijn kantoor, een grote, brede, maar groene conifeerhaag langs onze oprit. Het was me al een tijdje opgevallen dat hij aan hun kant ongewoon onverzorgd was. Niets voor hen! En ik herinnerde me ook dat toen ik hier ging wonen, die heg aan hun kant wel mooi strak was. Langzaam begon het mij te dagen dat... de vorige bewoner misschien altijd die heg aan hun kant had gesnoeid? Een soort stilzwijgende afspraak waar ik niks van wist? En dat het misschien de bedoeling was dat ik dat gebruik dus zou voortzetten? Ik ken de regels in Duitsland niet goed genoeg, maar dacht dat 't hier net als in Nederland gebruikelijk was dat alles wat aan jouw kant groeit, ook met jouw schaar mag worden afgeknipt.
Op een dag kwam hij vragen of die heg misschien weg kon. Nou ben ik zelf niet echt weg van coniferen niet zo mooi, ook al was mijn uitzicht jaarrond groen, maar met de beukhaag die ik aan de straatkant had geplant was ik erg blij dus zei ik dat ik de heg op een dag wel zou willen vervangen door een beukhaag.
Nou, dat had ik beter niet kunnen voorstellen. Een beukhaag? "Oh nee, dan komen in het voorjaar ál die blaadjes op ons gazon!" Want blijkbaar hoeven ze de gezamenlijke heg niet te snoeien, maar hebben ze wél inspraak in wat voor soort heg er komt? (let wel die heg staat op mijn grond)
Enfin, die beukhaag kwam er dus niet en omdat we op dat moment heel krap bij kas zaten, zat 't er sowieso niet in om die haag nu weg te halen. Maar dat zinde de buurman niet. Hij wilde van die haag af, hij ging hem duidelijk niet zelf dan gewoon maar snoeien (dat was de beste, snelste en goedkoopste oplossing geweest in mijn ogen), en hij ging ook niet wáchten.
Nou ja, wachten was zijn enige optie want we hadden er op dat moment echt het geld niet voor, en dat hebben we hem ook gewoon eerlijk gezegd natuurlijk, maar dat weerhield hem er niet van om elke paar maanden te vragen of we al wisten wanneer we die heg (die ons prima beviel voor zolang) gingen weghalen. Op een dag was m'n man het zo zat dat hij een container huurde en een kettingzaag en alle coniferen op grondhoogte afzaagde. Dat betekent dus dat ik, tenzij ik een manier vind om die stronken er nu nog uit te krijgen, er nooit meer wat zinnigs kan planten.
Wat nog erger is, is dat dit impulsieve besluit het gevolg was van het aandringen van de buren, die met het volgende compromis kwamen: "Dat jullie er geen geld voor hebben begrijpen wij, dus als jullie nou die heg weghalen, en wij er iets anders voor in de plaats zetten, dan delen we de kosten, wat vinden jullie daarvan?"
Zo'n aanbod had alarmbellen moeten doen rinkelen, maar wij waren allang blij dat we bovenop onze hoofdbrekens van financiële tegenslag niet óók nog hoefden na te denken over het soort erfafscheiding. Want dit waren natuurlijk wel die mensen die al hun wensen vervuld wilden zien, en wel onmiddellijk.
Dus nadat wij de heg hadden weggehaald en laten afvoeren, zagen wij met lede ogen toe hoe er een manshoog metalen hekwerk aan hun kant werd gemonteerd. Met steenkorven. Als er nou iets is wat ik lelijk en onnatuurlijk vind zijn 't steenkorven, maar gelukkig met deze buren kon het nog erger. Want tussen de delen van het hek waar geen steenkorven zaten, vlochten ze er van die grijze plastic strips tussen, zodat ik vanuit mijn kantoor nu kijk op een combinatie van steen-plastic-geplastificeerd metaal. Echt een lust voor het oog, super voor het milieu (microplastics anyone?) en de vogeltjes kunnen er ook zo heerlijk in nestelen.
(Het ergste is dat ze een trend hebben gezet en dat elke buur in de straat die de laatste jaren z'n heg/schutting heeft vervangen, voor dit soort schutting heeft gekozen...)
Over vogeltjes kan ik nog wel het volgende kwijt. Toen we hier kwamen wonen, de eerste jaren, hadden we allerlei bijzondere vogels in de tuin. In die korte tijd zijn er een heleboel verdwenen om nooit meer terug te komen. De gekraagde roodstaart, de groene specht, de goudvink, de vlaamse gaai, de ijsvogel, ik heb ze nooit meer gezien. De eekhoorn ook niet.
De groene specht |
Stomtoevallig verdwenen al die beestjes sinds schuin aan de overkant een kavel, voormalig weitje, werd verkocht aan een stel dat er een nieuw huis ging bouwen. Waarom ze precies dat kavel met die enorme oeroude notenboom kochten begreep ik wel, ik zou ook zo'n grote oude boom in mijn tuin willen! Ik heb nu "alleen maar" een 60 jaar oude appelboom en twee enorme sparren op beide hoeken. Maar een echte grote oude loofboom zou ik ook wel willen! Dus ik snapte wel waarom ze precies dat kavel kochten.
En toen bleek dat ze die boom wilden omhakken. De buurvrouw aan wiens tuin die boom grensde, die er schaduw van had en een groene achtergrond, en allemaal vogeltjes, heeft huilend geprobeerd hen op andere gedachten te brengen. Maar nee, die boom moest weg. Het kavel ernaast kopen was blijkbaar geen optie. Op een druilerige dag ging de boom om. Ik heb tot op de dag van vandaag nog geen woord met die mensen gesproken. Er gaat iets in mij kapot als ik bomen zie die omgehakt worden, vooral grote oude loofbomen vol met leven.
Een vogel- en eekhoornmagneet |
En dus was het aan mij om weer nieuwe bomen te planten. Voor het zicht, maar ook ter compensatie van wat er verdwenen was. Ik heb nu zo'n 30 nieuwe loofbomen in de tuin staan, maar die zijn allemaal nog zo jong en hebben nog wel tien, twintig jaar nodig om te compenseren voor wat er verdwenen is.
De grote oude notenboom lag precies tussen mijn tuin en het bos dat verderop langs de rand van ons dorp ligt. Ik vermoed dat de vogels die als tussenstation gebruikten op weg naar de tuinen hier. Zonder dat tussenstation is de weg te lang en komen de vogels hier niet meer. Gelukkig hebben we nog steeds musjes, mezen, vinken, groenvinken, roodborsten, tjiftjafs, heggenmusjes en winterkoninkjes. De merel zingt hier nog steeds en de lijster, en kraaien en kauwtjes vliegen over ons huis, net als de sperwer die geregeld een klein vogeltje oppeuzelt in onze tuin. Dankzij regelmatig voederen en de voederpaal op een veilige plek tussen een groep bomen en struiken draag ik mijn steentje bij aan het op peil houden van de vogelstand, en soms komen er zelfs bijzonderder soorten zoals de keep, sijsjes en puttertjes.
Het puttertje |
Mijn tuin ziet er misschien niet zo strak en geordend uit als de buurtgenoten prettig vinden. Mijn potten hoeven niet allemaal even groot. Planten mogen bij mij buiten de borders groeien, mosjes tussen de voegen. Bomen mogen hun natuurlijke vorm behouden. Wat zich uitzaait krijgt een kans want misschien staat 't daar wel ontzettend leuk. Als beloning is mijn tuin een groene oase aan het worden temidden van een verstenende en verplasticende buurt. Ik zag vorige week de egel weer lopen. Buurpoezen zijn in mijn tuin welkom. Vogels vinden altijd wat te smikkelen.
Maar soms, vooral in de zomer, als alles bloeit, en voorbijgangers een blik in mijn tuin werpen en die zee van bloemen en groen zien, krijg ik plotseling wél complimenten: "Wat heeft u een práchtige tuin." "Hoe krijgt u uw hortensia's zo ontzettend blauw!" Voor dat soort mensen heb ik op ooghoogte een gat in mijn heg gesnoeid. Blijft u gerust even stilstaan, en kijk even naar binnen. Dit is hoe het óók kan. Het is een hoop werk, maar op een ándere manier. Niet "constant maaien en alles binnen het gareel houden", maar "weghalen wat niet op z'n plek staat, en alsmaar uitgebloeide bloemen eruitknippen zodat alles oneindig door blijft bloeien".
Ik hoop, ondanks dat mijn type tuin niet zo populair is hier, dat ik toch wat mensen inspireer om hun tuin wat groener, bloemiger en diervriendelijker te maken.