Terugkijkend zie ik veel historische romans in mijn lijst staan, "fiction" en "faction", boeken waar je niet alleen leesplezier aan beleeft maar waarvan je ook weer wat wijzer wordt.
Mijn favorieten van dit jaar op een rijtje:
10. De Stille Kracht - Louis Couperus
Ik probeer elk jaar minstens één klassieker te lezen en dit jaar was dat De Stille Kracht. Ik heb dit boek misschien vroeger wel eens (verplicht) gelezen en ik kan me vaag wat scènes uit de televisieserie herinneren, maar het stond me allemaal niet meer helder bij dus heb ik me er op een schitterende zomerdag aan gewaagd en ik vond het een ontzettend mooi verhaal, zo mooi mysterieus, en heel typerend voor die tijd, schrijnend ook. In deze lijst overigens meer over Nederlands Indië.
9. Familie is het moeilijkste gerecht - Francisdo Azevedo
Dit boek speelt zich af in Brazilië en over Zuid-Amerika lees ik graag, omdat het een wereld is die zowel bekend als exotisch is. In dit verhaal trouwt een stel en raapt de zus van de bruid één voor één alle rijstkorrels van de straat die over het versgetrouwde stel heen geworpen zijn. De kersverse echtgenoot protesteert, hij vindt het vies, maar volgens de zus bevat deze rijst alle liefde en goede wensen die door de aanwezigen zijn gedacht en uitgesproken. In de loop van het hier en daar ontroerende, dan weer komische verhaal krijgt de rijst een geheel eigen rol, die, zoals we van Zuid-Amerikaanse schrijvers gewend zijn, geregeld aan magie raakt. Een feelgoedroman, en zeker een aanrader.
8. Het Huis met de Schaduw - Aminatta Forna
Dit is een van de boeken die me wijzer maakten. Het speelt zich af in Kroatië, waar een Brits stel een leegstaand huis koopt en een plaatselijke klusjesman wordt ingehuurd om het op te knappen. Wat de Amerikanen niet weten is dat de klusjesman het huis maar al te goed kent en met degene van wie ze het gekocht hebben een duister geheim deelt over de Joegoslavische oorlog. Met het opknappen van het huis komt wat door de oude eigenaar verdoezeld was weer in het zicht, en blijken de lijnen tussen de verschillende partijen in het dorp nog haarscherp. Zonder het te beseffen haalt de Britse vrouw pijnlijke wonden open over het verleden.
Heel indrukwekkend wat in dit boek gezegd wordt zonder dat het uitgesproken wordt. Het echte verhaal speelt zich tussen de regels af.
7. De Officier - Robert Harris
Van de Dreyfus-affaire in Frankrijk heeft iedereen wel gehoord, maar het fijne wist ik er nooit van en daarom is het mooi dat er mensen als Robert Harris bestaan, die in zo'n onderwerp duiken en er een roman over schrijven. Natuurlijk is het verhaal geromantiseerd maar het blijft schrijnend hoe de Joods-Franse officier Dreyfus er in 1894 zonder bewijs en onterecht werd beschuldigd een spion voor de Duitsers te zijn, en gevangen werd gezet op Duivelseiland, terwijl de man die nota bene tegen hem getuigde, Esterhazy, de werkelijke spion bleek te zijn. Er werd vervolgens het nodige in de doofpot gestopt maar het was Émile Zola die met zijn "J'Accuse" de boel aan het rollen bracht waardoor Dreyfus uiteindelijk amnestie kreeg en gerehabiliteerd werd in het leger.
Harris schrijft mannelijk en feitelijk, maar tegelijkertijd boeiend en verhalend, en omdat het zo interessant was heb ik dit boek in één adem uitgelezen.
6. The Greatcoat - Helen Dunmore
Van Helen Dunmore kende ik alleen Birdcage Walk, een boek dat ik in Engeland overal in de winkels zag liggen maar, stom-stom-stom, niet heb gekocht, dus ging ik in Nederland bij de bibliotheek op zoek, en daar hadden ze het niet, maar er lag wel een ander boek van haar, The Greatcoat, waar op de voorkant een man in een militair uniform nogal desperaat door een raam naar binnen staat te gluren, en ik dacht, eens kijken of het wat is, meteen kijken wat ik van haar schrijfstijl vind.
Nou, die schrijfstijl, die vond ik aangenaam, intiem, warm, direct, alsof je meelift op iemands gedachten.
Het speelt kort na de Tweede Wereldoorlog en gaat over een pasgetrouwd stel, hij arts en voortdurend onderweg, zij, Isabel, huisvrouw (hoewel ze andere dromen had, maar zo ging dat in die tijd) en inwonend bij een huisbazin die vooral Isabel niet erg mag. Het lijkt een standaard setting, maar het verhaal neemt al snel een andere wending; Isabel verveelt zich, voelt zich gecontroleerd door de huisbazin, fantaseert over hoe haar leven zou moeten zijn en ligt vaak overdag in bed. En 's nachts heeft ze het koud, want er zijn bijna geen kolen, zo vlak na de oorlog. Als ze door haar appartement struinend op een greatcoat stuit (lange legerjas), gebruikt ze die om 's nachts warm te blijven maar vanaf het moment dat ze die jas heeft aangeraakt beginnen er mysterieuze dingen te gebeuren, te beginnen met de RAF-piloot die ineens voor het raam verschijnt en haar wanhopig lijkt te roepen. Ze gaat erop in, ze worden minnaars, ze gaat met hem mee naar de nabijgelegen vliegbasis... Of de dingen die ze met hem beleeft echt zijn of aan haar fantasie ontspruiten wordt nergens in het boek duidelijk, maar op een zeker moment wordt wel duidelijk wat de rol van de huisbazin is in het verhaal en waarom die vrouw door de rest van het dorp met de nek wordt aangekeken, en wat de rol van de piloot hierin is. Een verhaal dat op het randje een spookverhaal is, balancerend op de grens tussen realiteit en fantasie.
5. Het Monster van Essex - Sarah Perry
Dit boek zou je alleen al voor de prachtige omslag kiezen. Ik wist meteen: dit boek komt in mijn lijst, zelfs toen ik nog niet eens wist waar het over ging. De kaft geeft namelijk veel weg, al besefte ik dat nog niet. We zien iets dat qua stijl naar het begin van de 19e eeuw verwijst, we zien een serpent, we zien bloemen, natuur - dit alles komt in het boek terug.
Het gaat over Cora Seaborne die zojuist weduwe is geworden en dat vindt ze stiekem helemaal niet erg want haar man was aardiger voor de hond dan voor haar. Ze heeft een autistische zoon van een jaar of elf en een vriendin/nanny, Martha, en dan is er nog een bevriende arts, Luke Garett en zijn compaan Spencer, die steenrijk is, verliefd op Martha en min of meer uit verveling ook maar geneeskunde is gaan doen.
Ja, dat zijn de eerste kleurrijke personages en er komen er nog veel meer.
Want Cora verlaat Londen en gaat een tijdje naar Colchester, waar ze ten eerste lekker door de natuur kan struinen - ze laat haar zoontje Francis graag onder de hoede van Martha achter - zonder dat ze hoeft te letten op dingen als decorum (ze vindt het vreselijk om de treurende weduwe te spelen, en draagt ook geen corsetten meer, en makkelijke schoenen), terwijl ze ondertussen haar liefste hobby, zoeken naar fossielen, kan uitoefenen. Via een gezamenlijke vriend komt ze in contact met dominee William Ransome en zijn fantastische gezin, en na een tijdje besluit ze helemaal niet meer terug te gaan naar Londen maar een huis te huren in de buurt van het domineesgezin.
Ondertussen golven in de moerassen van Essex, die het dorp omringen tot aan de zee, de geruchten over een monster dat mensen het water in sleurt - elk verdrinkingsgeval, elk nachtelijk geluid, elke verdwijning wordt op het conto van het serpent geschreven.
De mensen in het dorpje lijken langzamerhand hun verstand te verliezen, terwijl Cora en dominee William steeds meer naar elkaar toe trekken, zonder dat ze dit willen.
Op de achtergrond spelen andere zaken uit de Victoriaanse tijd; vrouwenrechten, huisvesting van de onderste laag van de samenleving, de opkomst van de chirurgie.
Overigens heb ik dit boek in het Engels gelezen, omdat de Nederlandse vertaling me nogal tegenstond. De pogingen de originele stijl in het Nederlands om te zetten verzandden geregeld in nogal omslachtig taalgebruik.
Op het moment dat ik dit schrijf heb ik het boek nog niet helemaal uit, maar ik kan nu al zeggen dat dit boek absoluut een plek in mijn top vijf verdient, en ik raad het dan ook iedereen aan. Het is grappig, vrolijk, intens, lief en interessant, en het tijdsgewricht waarin het zich afspeelt geeft het verhaal de sjeu die je al bij het zien van de kaft verwachtte.
4. Pogingen iets van het leven te maken - Hendrik Groen
Ik denk dat inmiddels bijna iedereen de fictieve bejaarde Hendrik Groen wel kent. Een sympathieke, wat ondeugende en best nog wel aardig ter been zijnde oude man die het wel en wee in zijn bejaardentehuis beschrijft; de andere bewoners en bewoonsters met hun grillen, degenen met wie hij bevriend is, het personeel dat ofwel zijn stinkende best doet ofwel betuttelt alsof hij een kleuter is, de grapjes die hij uithaalt, de directrice die aarzelt hem serieus te nemen en uiteindelijk de uitjes die Hendrik en zijn vrienden organiseren met de (nu al legendarische) "Omanido"-club, wat een afkorting is van "oud maar niet dood". Hoewel beslist de schrijnende zaken in de bejaardenzorg aan bod komen, is de toon van het boek opgewekt. Er is inmiddels een vervolg: Zolang er leven is, en dat is vrijwel net zo prettig om te lezen.
3. De Tolk van Java - Alfred Birney
Dit boek heeft de Libris Literatuurprijs én de Henriette Roland Holstprijs gewonnen en nadat ik het gelezen had vond ik dat meer dan terecht. Wat een indrukwekkend boek. Het is een rauw en heftig verslag van wat er nou eigenlijk gebeurd is in Nederlands-Indië gedurende de Tweede Wereldoorlog. Eigenlijk zijn het twee verhalen in één; delen van de zoon worden afgewisseld met delen door de vader. Het was op sommige momenten bijna niet te bevatten dat ik non-fictie zat te lezen. De vader was een zeer gewelddadig persoon, in Indonesië tijdens de politionele acties (hij vocht aan de kant van Nederland) en later als door die oorlog getraumatiseerde man in het tegenvallende Nederland, met een gezin dat sidderde onder zijn woede.
Een monument van een boek.
2. Trigger Warning (Short Fictions and Disturbances) - Neil Gaiman
Van mijn favoriete schrijver Neil Gaiman verscheen een jaar of anderhalf geleden een nieuwe verhalenbundel en begin 2017 heb ik deze gelezen. In het Engels, want hij was op dat moment nog niet vertaald (weet niet of dat inmiddels wel zo is). Het is, zoals we van Neil gewend zijn, weer een fantastisch boek (in de breedste zin van het woord "fantastisch"). Bij Gaiman zijn er bijna geen grenzen tussen de echte, zichtbare wereld en wat zich daarachter bevindt, feit en fictie lopen door elkaar heen. Een combinatie van fantasy, horror en sprookjes, verhalen die zich soms afspelen in het universum van door hem bewonderde auteurs, en die je altijd een beetje ademloos en geschrokken achterlaten. Geen boek om 's avonds alleen in het donker te lezen, of misschien juist wel, want dan komen de verhalen het best tot hun recht.
1. Duitse les - Siegfried Lenz
Het boek Duitse Les begint met een ik-persoon die in de klas een verhaal moet schrijven over het onderwerp "De vreugde van de plicht" - en vervolgens krijgt hij geen letter op papier, niet omdat hij geen inspiratie heeft, integendeel, hij heeft juist te véél te vertellen over dit onderwerp en wanneer hij straf krijgt omdat hij niets heeft ingeleverd moet hij het opstel in afzondering alsnog schrijven, een karwei waaraan hij zich zonder tegenzin zet en waarmee hij zich wekenlang opsluit in een klein kamertje, potlood na potlood verslijtend.
Al lezende besef je dat de jongen om de een of andere reden in dat heropvoedingsgesticht zit, en langzamerhand begint je te dagen dat het onderwerp van zijn opstel daar waarschijnlijk mee te maken heeft.
Wat ben ik blij dat ik dit boek gelezen heb. Zowel qua vorm als qua inhoud meesterlijk geschreven. Het lijkt aanvankelijk een verhaal in een verhaal, een raamvertelling, tot je je realiseert waar de hoofdpersoon mee bezig is, wat hij ons, de lezer, probeert uit te leggen.
Ik heb genoten van het zorgvuldige taalgebruik. De omschrijvingen van het landschap en meedogenloze wijze waarop hij de hoekige, bonkige bewoners van de streek (Noord-Duitsland) beschrijft zijn bijna schilderijen op zich.
Bijzonder interessant vond ik het een indruk te krijgen van hoe de oorlog in Duitsland zelf beleefd werd door gewone mensen in een streek waar qua oorlogshandelingen nauwelijks iets gebeurde.
De onderliggende boodschap echter kwam luid en duidelijk binnen.
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
Eervolle vermeldingen ten slotte voor:
Moeder van Ikabod van Maarten 't Hart, een serie korte verhalen over redelijk bizarre situaties waarin alleen iemand als Maarten 't Hart terecht kan komen.
Mannen zonder vrouw van Haruki Murakami, eveneens een serie korte verhalen, de titel geeft de inhoud feilloos weer want het zijn stuk voor stuk wat treurige, melancholieke verhalen, met hier en daar een kwinkslag of een aardigheidje waar je als lezer een blij gevoel van krijgt.
De Kanarie in de Kolenmijn van Ewald Engelen en Marianne Thieme. In dit boek wordt haarfijn uitgelegd dat alle problemen in onze wereld betreffende klimaat, economie, landbouw, armoede en voedselschaarste gevolg zijn van beleid en niet van een tekortschietende planeet.
De Saksen-serie van Bernard Cornwell. Ik heb de eerste twee (Het Laatste Koninkrijk en De Witte Ruiter) al eerder in mijn lijst gezet (in 2015 geloof ik) maar omdat alleen die twee in het Nederlands zijn vertaald, had ik de rest niet gelezen. Dit jaar wel, want vakantie in Engeland en aldaar deel 3 tot en met 5 aangeschaft (er zijn er nog meer maar dat komt nog wel) en weer met veel plezier verder gelezen over de avonturen van Uthred van Bebbanburg en zijn koning Alfred de Grote.
Wie geen zin heeft om de boeken te lezen maar wél van deze serie wil genieten kan terecht op Netflix, de serie heet "The Last Kingdom" en is inmiddels twee seizoenen onderweg, wat neerkomt op grofweg de eerste vier boeken, en de makers zijn er uitstekend in geslaagd de komische, ondeugende sfeer uit de boeken neer te zetten.