Het is een lang verhaal, dat van mij, en in ab ovo had ik niet veel zin - ik zou u maar vermoeien en wie mij leest kent mij al of zal mij te zijner tijd leren kennen door wat ik schrijf. Geen introducties derhalve, u valt midden in het verhaal, of u nou wilt of niet.
Zo gingen we gisteren, het was zo'n prachtige lentedag aan het eind van de winter, de laatste dag van de winter in feite, maar wie maalde daar om, het was allang lente, al sinds 6 maart om precies te zijn, want je moet niet op de kalender letten om te zien wanneer de lente begint, maar op de vogels, krokussen en sleutelbloemen - maar wacht, ik dwaal af. Wie mij leest zal merken dat ik dat vaker doe. Ik hoop dat u het niet al te storend vindt.
Enfin, gisteren dus, op zo'n dag die uitnodigt tot zonder jas lopen, maar voor de zekerheid neem je hem toch mee, en maar goed ook, want het was lang niet zo warm als het heldere zonnetje deed voorkomen. We gingen over de grens, helemaal naar Duitsland. Dat is voor ons niet zo'n eind, het lijkt erger dan het is, wij wonen nogal diep in het oosten van Nederland, zo ver zelfs dat de weermannen en - vrouwen bij het journaal onze streek soms vergeten te vermelden, omdat ze kennelijk denken dat Nederland ergens zo bij Deventer ophoudt.
Drie kwartier later - we gingen binnendoor, dat vind ik leuker - arriveerden we in Steinfurt. In Burgsteinfurt, om preciezer te zijn. Want ik had ooit gehoord dat het daar pittoresk is en van pittoreske plaatsjes, liefst rondom een kasteel of burcht gebouwd, word ik altijd blij.
Burgsteinfurt bleek ook zo'n plaatsje waar ik blij van werd. De aanblik van de watermolen en de halfronde, in het cirkelvormige stadsplan passende burcht, die nog steeds toebehoort aan de familie Von Bentheim, gaf me het gevoel dat ik ver weg op vakantie was. We wandelden langs vakwerkhuizen uit de vijftiende en zestiende eeuw en mijmerden, zoals we altijd doen, over hoe het zou zijn om hier te wonen.
Ik moet u bekennen, zelf een oud huis bezitten is een grote droom van mij. Ik ben opgegroeid in huizen van meer dan honderd jaar oud en dat wordt dan op de een of andere manier je referentiekader. Nieuwbouw kan nog zo comfortabel zijn, er ontbreekt gewoon iets voor mij.
Bij de Markt aarzelden we; linksaf of rechtdoor? De overvloed aan schitterende gevels maakte het moeilijk te kiezen, we waren bang iets mis te lopen. Een klein eindje linksaf dan, alleen even dit ene pandje kijken. Een kauw had op een onmogelijke plek tegen de gevel een zitplaats gevonden en keek op ons neer.
Wij keken omhoog en taxeerden de ruitjes en luiken op nostalgische waarde, terwijl ik mijn dochter alles vertelde wat ik erover weet.
De keus om linksaf of rechtdoor te gaan vanaf de Markt was nog niet definitief, en net wilden we linksomkeert maken (men schrijft doorgaans rechtsomkeert, maar let er maar eens op, de meeste mensen maken in de praktijk linksomkeert wanneer ze op hun schreden terugkeren), toen ik een bordje met daarop een pijl zag en een Duits woord dat 'stadswandeling' betekent. Die pijl wees niet naar de Markt, dus vervolgden wij onze weg door het straatje waarin wij ons al bevonden.
Even verderop zagen wij een prachtige gevel. Zulke huizen zie je in Nederland alleen in openluchtmusea. Met open mond, bijna te perplex om ons fototoestel te pakken, staarden wij naar het laat-middeleeuwse pand. Eindelijk had een van ons de tegenwoordigheid van geest een foto te schieten, maar hè, dat zul je net zien, kwam er een auto aangereden. En ja hoor, die parkeerde pal voor het pand.
Er stapten twee mensen uit, die ons vriendelijk toelachten en het er overduidelijk mee eens waren dat dit een prachtige gevel was. Ja, dat zou ik ook doen als ik er woonde. Ik vroeg me af hoe ik het zou vinden als elke passant bleef staan om mijn huis te fotograferen, maar lang kreeg ik niet om daarbij stil te blijven staan. De man begon in het Duits tegen ons uit te wijden over het huis, en ik kreeg het lichtelijk benauwd, omdat ik Duits prima versta, maar steevast de mist in ga als ik antwoord moet geven. Verder dan 'sehr schön' kwam ik niet, maar op dat moment kwam de vrouw, die nog iets van onder haar voorstoel vandaan moest zien te krijgen, puffend overeind met de mededeling dat ze het niet kon vinden.
U praat Nederlands! zei ik opgelucht en ja, het bleken landgenoten, die nog maar een paar maanden in dit huis in Burgsteinfurt woonden. We raakten aan de praat over hun huis en maakten algauw kennis met de ware betekenis van het woord gastvrijheid. Of we de binnenkant wilden zien? Nou, dat wilden we wel. Gewoonlijk moet je entree betalen om zoiets van binnen te zien. Het was volledig in oude staat, zoals je zelden een huis in oude staat ziet. Schitterend gewoon. Alsof je eeuwen terug de tijd in ging. De eigenaren werden net zo aangestoken door ons enthousiasme als wij door het hunne.
En tja, als dan even later nog blijkt dat ze eerder op nog geen tweehonderd meter van mijn ouderlijk huis, tweehonderdvijftig kilometer westelijk van Burgsteinfurt, hebben gewoond, wordt de wereld wel heel klein.
Met een warm hart en een lach op ons gezicht (en hun mailadres in onze binnenzak) zetten we onze wandeling door Burgsteinfurt voort. Een dag met een gouden randje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten